Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [32]Gij zijt toch gelast; [33]doet dit, neemt u uit Egypteland wagenen voor uw kinderkens, en voor uw vrouwen, en voert uw vader, en komt. 32. Namelijk, gij Jozef; dat is, gij zijt met genoegzame macht uit mijn naam voorzien. 33. Dit is gezegd in het getal van velen, en ziet op de broeders van Jozef.